De lange weekends begin juli en augustus zijn hier de echte vakantieweken voor de meeste Canadezen. Kamperen is dan populair en daarom is het zo vanaf donderdag voor t/m zaterdag in het lange weekend heel lastig om zonder reservering aan een kampeerplek te komen. Voor de meesteleuke kleine campings kan je bovendien niet reserveren en moet je al op woensdag aan de poort staan om een "first come. first serve" plekje te krijgen. Daarom hadden we besloten alleen de zondag en maandag te gaan kamperen, vreemd genoeg vertrekken er al wel weer veel mensen op zondagochtend.
Bovendien was er zaterdag een open dag van een aantal biologische boeren in Innisfail , pakweg een uur noordelijk van Calgary. We hebben aardbeien, frambozen, alle mogelijke kolen en bonen/erwten/peulen, wortels, asperges, dille, koolrabi etc etc etc etc geproefd, geroken en gezien. Allemaal vrij kleinschalig en ze moeten hier heel wat doen om genoeg water bij al dat gewas te krijgen. Een leuke dag gehad, met een oranjige bloemkool thuisgekomen en weer een ander stukje Canada kunnen bekijken.
Zondagmorgen dan alle kampeerspullen in de auto gestouwd en 2 uur gereden naar snelweg 3, helemaal in het zuiden van Alberta. We vonden een prachtige kampeerplek op de provincial camping Lundbeck falls. We hebben die middag de Crowsnest Pass gereden en een mooie wandeling gemaakt. We moesten daarvoor zo ongeveer 10 km de onverharde Adanac road volgen voor we de wandeling naar een oude steenkolen groeve konden starten. Prachtige weg trouwnes, zonder wandeling was de weg alleen ook al de moeite waard geweest. Deze hele streek is vroeger heel belangrijk geweest voor de winning van steenkolen, dat tot net onder de bodem gevonden werd. Op sommige plekken dus zelfs vanuit een open groeve.
Zondag hebben we de Frank slide bekeken, het dorpje Frank is in 1903 gedeeltelijk bedolven onder een lawine van stenen. De indianen noemden deze berg altijd al "de berg die beweegt" en weigerden altijd al om aan de voet van deze berg hun kamp op te slaan, maar aangezien de mensen in de mijn daar goed geld verdienden woonde men toch aan de voet van de berg. Nu meer dan honderd jaar later ligt er weer een nieuwe spoorlijn en weg maar verder rij je gewoon nog door die aardverschuiving heen met zo ver je kan kijken om je heen alleen maar rotsblokken. De foto's geven dit beeld niet zo goed weer, maar het was een behoorlijk indrukwekkend gezicht. Het museum dat dit hele verhaal vertelt is erg goed ingericht. De zuidwest kant van de berg zal ook nog ooit gaan schuiven, en geologen houden alles nu goed in de gaten. Want ja, net als de huizen dicht bij de Maas in Limburg, er zijn toch weer opnieuw huizen neergezet in het risicogebied!
Daarna was er nog tijd om nu eens met eigen ogen een kolenmijn te bekijken. Dik aankleden, het is er binnen zo ongeveer vier graden, lamp aan op de helm en de aardedonkere gangen in met een gids. We gingen niet al te ver de mijn in want het kost heel wat tijd en geld om al die gangen goed te stutten met houten balken, er is slecht een klein gedeelte dat goed onderhouden wordt. In de delen er om heen komen inderdaad nog steeds jaarlijks een paar instortingen van de gangen voor.
Daarna terug naar Calgary gereden en een beetje traditiegetrouw ribs gegeten bij Tony Roma's, mmmmm....!
We spend the Saturday of the Heritage day long weekend visiting Innisfail farmers. We checked out all kinds of (orange!) cauliflowers, strawberries, rspberries, peas, cabbages, dill, asparagus plants etc etc etc. We buy this stuf on the Calgary farmersmarket, it was nice to see the farmers and hear them talk about hteir produce. It was a great way to spend the first day of the long weekend, since we would have had lots of trouble finding a camping spot on Saturday.
We found out though that lots of Canadians already leave the ir campsites at Sunday morning! So on Sunday we packed our camping gear and left south to camp near Crowsnest Pass, a great provincial campsite called Lundbeck falls along highway 3. We drove the Crowsnest Pass after setting up our tent and also found time for a hike. We had to drive along Adanac road for about 10k, on a dirt raod. The ride alone was already worth the trip. We hiked about two hours to an open coalpit, coal is found just underneath the earth surface in this area. Of course the whole Crowsnest pass area has been famous for coal in the early days.
Sunday we visited the Frank slide bekeken, in 1903 part of the Frank village was covered with falling rocks from the mountain next to it. The first nations called this mountain "the mountain that moves" in their own language and refused to camp in its vicinity. But the money people made in the local mine was good and made people live there. Nowadays the railroad and highway are rebuilt but apart from that there is an impressive area filled with only rocks as far as you can see. Driving htough cq. past it is really impressive. The pictures we took do not really represent what you see and feel when you are looking at the devastation. The Frank slide museum is very good and we learned that one day the southwest peak will slide too. Geologists keep a good eye on that since, of course!, people built houses again in the area (just like in these areas that overflow by rivers each year, just move out!!).
In the afternoon there was time left to visit and walk through a coal mine. Dressed warm (it's around four degrees inside) with a helmet and headlight we walked through the mine with a guide. It costs quite some time and money to secure all the mine shafts with wood so only a small part of the mine is safe enough for visitors. We were told that each year there are a couple of shafts that collapse in this mine.
We drove back to Calgary at the end of the afternoon and tradionally had ribs at Tony Roma's, mmmmm....!
Grote bonte specht
5 years ago
1 comments:
I have grown up traveling through the Crowsnest pass and hearing about the Frank Slide, but have never visited the mine. Very interesting!
Post a Comment